Apen die loslaten

Gisteren werd ik, (opnieuw, blijkbaar is het de fase waarin ik me bevind), geconfronteerd met de beperkingen van mijn lijf en met het feit dat daar blijkbaar zaken veranderen. Met andere woorden: tijdens een intervisiedag van mijn opleiding voelde ik, terwijl ik bezig was met een van de oefeningen plotseling een felle pijnscheut door mijn linkerkuit schieten en zat ik vervolgens mijn geblesseerde kuit in te smeren met ‘Bastaardsmeerwortelzalf’ die door bezorgde studiegenoten was gehaald bij de drogisterij om de hoek.

En nu volg ik niet voor niets een opleiding tot lichaamsgericht therapeut en mijn neiging is dan ook te bedenken wat deze gebeurtenis mij wil vertellen. Welke boodschap geeft mijn lijf me? Draag ik te veel, moet ik een stap zetten, welke angst houdt me tegen? En terwijl deze vragen me volop bezig hielden, las ik het volgende verhaal over het vangen van apen:

In sommige dorpen in Aziatische landen gebruiken dorpelingen een lampetkan – een vaas met een nauwe hals en een dikke buik – die ze aan de stam van een boom hangen. Ze stoppen er noten in en andere etenswaren die apen nog meer lekker vinden. Gedurende de nacht klimt een aap uit de boom en stopt zijn hand in de lange hals. Hij pakt de lekkernij en zijn hand maakt daarbij een vuist. Dat betekent dat hij te groot is om weer terug te kunnen door de nauwe hals en hij zit gevangen. ’s Ochtends komen de dorpelingen langs en geven de aap een klap op zijn kop.

Het punt is natuurlijk: Als je vrij wilt zijn, hoef je alleen maar los te laten. In mijn geval misschien wel het loslaten van ‘verklaringen’, het zoeken naar ‘waarom’ waarmee ik weg ga van het besef dat ik blijkbaar niet alles meer kan. Bij dat gevoel kunnen blijven is volgens mij het loslaten in het verhaaltje over de apen.
Ik voel dat mijn vuist zich langzaam iets ontspant….

Lichaamsgerichte therapie en de polyvagaaltheorie

Dat lichaamsgerichte therapie werkt, daar ben ik en velen met mij, van overtuigd. Ik zie en voel bij mijn cliënten de spanning, de niet geuite boosheid, het verdriet van zich niet gezien voelen, de vastgezette adem, etc. En zie en voel ook de ontspanning, voel de opluchting en de ruimte als cliënten meer lichaamsbewustzijn krijgen, meer grip krijgen op wat er in hun lichaam gebeurt en daarmee uiteindelijk ook meer grip op hun leven. Maar wat gebeurt er intern? Wat gebeurt er bij cliënten die bijvoorbeeld last hebben van faalangst of spanningsklachten? Wat gebeurt er bij cliënten die moeilijk relaties aan kunnen gaan danwel kunnen onderhouden of bijvoorbeeld ‘dichtklappen’ als ze een presentatie moeten geven voor een groep mensen? Zo maar wat kwesties waarmee cliënten naar mijn praktijk komen. Niet alleen voor de therapeut is het antwoord op de vraag ‘Wat gebeurt er intern?’ van belang maar zeker ook voor de cliënt.
De polyvagaaltheorie geeft aan dit alles een uitlegbare en toepasbare theoretische onderbouwing. Er vanuit gaand dat dit blog ook door leken gelezen kan worden, leg ik eerst op hele grote hoofdlijnen uit wat de polyvagaaltheorie behelst om daarna toe te lichten wat we er in lichaamsgerichte therapie aan hebben.

De Polyvagaaltheorie
In de Polyvagaaltheorie wordt, kort gezegd, gesteld dat ons zenuwstelsel ervoor zorgt dat we kunnen overleven. Uit wetenschappelijk onderzoek van Steven Porges (de man achter de Polyvagaaltheorie) blijkt dat met name de Nervus Vagus (onderdeel van ons parasympatische zenuwstelsel) in samenwerking met het Sympatisch Zenuwstelsel hier een uiterst belangrijke rol spelen. De Nervus Vagus is een lange zenuw die o.a. de Vertrale Vagus en de Dorsale Vagus als uitlopers heeft. Samen met het Sympatisch Zenuwstelsel zorgt de Nervus Vagus voor een soort drietrapsraket:
-Allereerst op het niveau van de Ventrale Vagus. Dit is het deel van de Nervus Vagus dat o.a. naar ons hartgebied maar ook naar ons aangezicht, onze ogen, oren, etc. loopt. De Ventrale Vagus scant continue of onze omgeving veilig is. Als die Nervus Vagus concludeert dat het veilig is, kunnen we ons ontspannen en kunnen we ons bijvoorbeeld met anderen verbinden. Als de Ventrale Vagus daarentegen concludeert dat het niet veilig is, haalt het de rem van het volgende niveau af: Het Sympathisch Zenuwstelsel slaat aan.
-Op het niveau van het Sympathisch Zenuwstelsel komen we in de zogenaamde ‘fight’ of ‘flight’ modus terecht. Het sympathisch zenuwstelsel zorgt er o.a. voor dat onze hartslag omhoog gaat, dat er adrenaline vrij komt etc.. Ons lichaam wordt klaargestoomd om te vechten of te vluchten. Dit alles in de hoop uiteraard dat we hiermee het gevaar kunnen afwenden. Als dat inderdaad zo is, dan neemt de Ventrale Vagus het weer over. Als de situatie zodanig gevaarlijk is dat de situatie levensbedreigend wordt, gaat echter de rem van het derde niveau eraf, de Dorsale Vagus.
-De Dorsale Vagus zorgt ervoor dat we bevriezen of ineenstorten. Onze spijsvertering wordt stilgelegd, onze hartslag gaat omlaag, het contact met anderen wordt verbroken, ons bewustzijn wordt verlaagt, er komt endorfine vrij waardoor we pijn minder voelen, etc.. In extreme mate kan de Dorsale Vagus er bijvoorbeeld voor zorgen dat we flauwvallen.

Bij mensen die in veilige, gezonde omstandigheden zijn opgegroeid zal de Nervus Vagus niet altijd of niet zo snel onveiligheid detecteren. En als dat wel het geval is, zullen deze personen relatief makkelijk terug kunnen schakelen naar de Ventrale Vagus daarmee weer tot rust en ontspanning kunnen komen.
Helaas zijn nogal wat mensen niet in ideale en gezonde situaties opgegroeid en heeft de Nervus Vagus daar een ’tik’ van meegekregen. Dat betekent in de praktijk dat de Ventrale Vagus sneller onveiligheid zal detecteren (ook al hoeft er feitelijk geen sprake te zijn van onveiligheid) en het sympathisch zenuwstelsel en de Dorsale Vagus zullen als gevolg daarvan eerder ‘aanslaan’ dan feitelijk nodig. Bovendien is het ook weer lastiger om die twee terug in hun hok te krijgen. Er is voor mensen met een dergelijk gevoelig afgesteld zenuwstelsel meer nodig om weer tot rust, tot een gevoel van veiligheid te kunnen komen. Hun Nervus Vagus staat, als gevolg van ervaringen in het verleden, als het ware te scherp afgesteld. Waarom is dat voor lichaamsgerichte therapie van belang?

Lichaamsgerichte therapie
Mensen met een dergelijk gevoelig afgesteld zenuwstelsel hebben niet of nauwelijks controle over de acties van dat zenuwstelsel en zijn bovendien niet goed in staat om binnen betrekkelijk korte tijd terug te komen in een staat van rust en ontspanning. Hun lichaam verkeerd snel en soms langdurig in een staat van paraatheid. Of, als de onveiligheid te groot is, het bevriest . Dissociatie kan hier bijvoorbeeld een uiting van zijn. De effecten van een te scherp afgesteld zenuwstelsel, zoals ik het maar even noem, uiten zich voor een groot deel lichamelijk.
Om daar anders mee om te leren gaan, vraagt dit van cliënten allereerst dat ze zich bewust worden van hun automatische lichamelijke reacties. Om vervolgens de verschillende stadia waarin hun zenuwstelsel zich bevindt, te herkennen en te onderkennen. Belangrijke onderzoeksvragen zijn dan: Wat gebeurt er als je zenuwstelsel onveiligheid detecteert? In welke omgeving of context is dat? Welke signalen geeft je lichaam dan af, waar voel je dat? Wat doet je lichaam als je Symphatisch Zenuwstelsel of de Dorsale Vagus het overnemen? Waar voel je dat? Etc.
In feite maken we daarmee een foto van hoe het nu is met de reactie van je zenuwstelsel en de effecten daarvan op je lichaam. Om vervolgens in klein stapjes, in een veilige omgeving, te leren om jezelf te reguleren. Om te leren de regie weer terug te pakken.
Omdat het over het lichaam gaat, omdat het allemaal ook in het lichaam gebeurt en moet gebeuren, is lichaamsgerichte therapie een uitgelezen manier om je zenuwstelsel te leren om op een andere wijze met de signalen uit de buitenwereld om te gaan.

De therapeut
Om een cliënt mee te kunnen nemen in de stappen die ik hierboven beschrijf, is veiligheid essentieel. Dit betekent ook dat een lichaamsgerichte therapeut zijn eigen zenuwstelsel goed moet kennen, wil hij een cliënt goed kunnen ondersteunen. Niet alleen vanuit de gedachte: ‘Practice what you preach’ maar vooral omdat (het zenuwstelsel van) de cliënt het zal merken als de therapeut zijn eigen zenuwstelsel onvoldoende in kaart gebracht heeft.

Filmpje
Voor een beter begrip van de werking van het zenuwstelsel, vind je naast dit artikel een filmpje. Dat gaat over trauma maar is tegelijk heel illustratief als het gaat om de werking van ons zenuwstelsel en de effecten daarvan op ons gevoel van veiligheid. Het filmpje is in het Engels maar Nederlands ondertiteld.